Nieuwsberichten

Nieuws uit Brussel 13.05.2016

Financiële compensatie voor lage melkprijs laat op zich wachten

Niet meer dan €25 per 100 liter melk krijgen melkveehouders nog de dag van vandaag. In de commissie landbouw van vorige week woensdag bracht ik de problematisch lage melkprijs andermaal onder de aandacht van de minister. Zij moest spijtig genoeg bevestigen dat de aangekondigde Europese financiële compensatiemaatregelen op zich laten wachten.

Daar waar melkveehouders in 2014 nog een goeie €40 kregen voor 100 liter melk, is dat anno 2016 al teruggevallen naar ongeveer €25 per 100 liter. Het loslaten van de melkquota heeft dus geen positief effect gehad op de melkprijzen en ook op korte termijn lijkt daar geen progressie in te zitten. Mondiaal is er immers een groot aanbod aan melk, vooral in de Europese Unie, Nieuw-Zeeland en de VS. Voor een lichte heropleving van de melkprijs is het wachten tot de tweede helft van 2016 en dan nog is dat in de veronderstelling dat China melk blijft kopen, Europa minder produceert en het krimpende aanbod in Nieuw-Zeeland en Australië doorzet.

Lange termijn beloftevoller?

Op lange termijn zijn de prognoses voor de melkprijs nog steeds optimistischer dan wat we vandaag zien. Men verwacht immers een grotere groei van de vraag dan het aanbod, waardoor het marktevenwicht zich kan herstellen. Eveneens wordt gehoopt dat er in de Ruslandboycot een nieuwe opening zou zijn tegen 2018. Dat blijven natuurlijk speculaties en dat neemt niet weg dat de crisis in de melkveehouderij zich vandaag manifesteert.

Compensatiesysteem laat op zich wachten

Tijdens de commissievergadering landbouw van 4 mei maakte ik de minister er andermaal attent op. De minister gaf aan dat België tijdens de Europese landbouwraad van maart geijverd heeft voor een flexibel Europees aanbodbeheersysteem via producentenorganisaties en -coöperaties, met een tijdelijke vergoeding. De Europese Commissie heeft een deel daarvan intussen mogelijk gemaakt: producentenorganisaties en coöperaties mogen nu zes maanden onderling afspraken maken over het geproduceerde volume, wat een tijdelijke uitzondering vormt op de concurrentieregels.

Het tweede luik, het financiële compensatiesysteem, is echter achterwege gebleven en daar zal België blijven op aandringen. De minister hoopt na de Europese landbouwraad van juni meer duidelijkheid te hebben daarover.

VLIF-waarborgregeling

Daarnaast vestigde de minister andermaal de aandacht op de tijdelijke VLIF-waarborgregeling waarbij landbouwers tijdelijk kunnen rekenen op een borgstelling van de Vlaamse overheid van maximaal 80% wanneer zij een krediet aangaan voor operationele kosten. Ook landbouwers die kredieten hebben lopen, kunnen daarop een beroep doen. Momenteel kunnen die dossiers worden aangemeld bij de erkende kredietinstellingen.

Vanuit het Vlaams Parlement blijf ik druk zetten op de minister om weer wat financiële ademruimte te creëren voor de Vlaamse melkveehouders.