Nieuwsberichten

Nieuws uit Brussel 20.04.2016

Commissie LAN op werkbezoek in Noord-Nederland

Van 17 tot en met 19 april verbleven de leden van de commissie Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling van het Vlaams Parlement in het noorden van Nederland voor een driedaags werkbezoek dat in het teken stond van schaalvergroting en het evenwicht tussen landbouw en natuur. De delegatie, waarin alle Vlaamse partijen vertegenwoordigd waren, ontmoette er Nederlandse landbouwers, beleidsmakers, academici en vermarkters van landbouwproducten. Opvallend was het ‘poldermodel’ dat aan de basis ligt van elk gevoerd beleid.

Uitvalsbasis voor het driedaags werkbezoek werd Groningen, de meest Noordelijke Nederlandse stad die meer dan 200.000 inwoners telt. Groningen is omgeven van de landelijke akkers en veehouderijen. Als wereldleider in de melkveehouder- en pootaardappelsector is Nederland zeer relevant om best practices te gaan bekijken en terug mee te nemen naar Vlaanderen. Bovendien maakt de provincie Groningen samen met Friesland en Drenthe deel uit van het gebied Noord-Nederland dat gekenmerkt wordt door een zeer grote landbouwactiviteit. Naargelang driekwart van het areaal is immers bestemd voor landbouwdoeleinden.

Poldermodel

België heeft haar wafelijzerpolitiek, Nederland heeft een poldermodel. Als men het over ‘polderen’ heeft in Nederland, gaat het over overleggen en zoeken naar een consensus met alle betrokken sectoren. Dat is me overigens ook het meeste opgevallen: in Nederland gaat men altijd voor de allesomvattende aanpak en voor breed overleg.

Niet alleen landbouworganisaties, verschillende overheden, kenniscentra, maar ook natuur- en dierenrechtenorganisaties zijn betrokken bij het uitstippelen van beleid omtrent landbouw. Ook de pragmatische insteek van dat overleg is opmerkelijk. Voorop staat steeds de vraag of het vooropgestelde beleid haalbaar is voor alle actoren en of de tijdslijn/planning realistisch is. Er wordt dan ook ‘gepolderd’ tot er een akkoord is dat gedragen wordt door alle betrokken sectoren. Niemand wordt voor voldongen feiten geplaatst en dat is de verdienste van overleg waarbij ieders belangen gerespecteerd worden.

Belangrijk hierbij te onderstrepen is dat ‘overleg’ geen synoniem is voor een zwaktebod. Zo aanvaardt men het streven naar strenge eisen op het vlak van productkwaliteit en milieu, maar ook inzake biodiversiteit, akkervogels, dierenwelzijn en antibioticagebruik. De ambitie is om van Noord-Holland een premium merk te maken, bijvoorbeeld op het vlak van zuivel.

Schaalvergroting

Ook grootschaligheid is geen taboe in de regio, waar er heel wat (gemengde) bedrijven met een oppervlakte van meerdere honderden hectare bestaan. Alle actoren erkennen dat het geen evidente oefening is om een werkbaar evenwicht te bereiken. Aangezien eenieder overtuigd is van het belang ervan om de positie van de landbouw, die op het vlak van zuivel en pootaardappelen werkelijk een wereldspeler is, te vrijwaren, is er bijzonder veel good will, gecombineerd met de kenmerkende Nederlandse zakelijkheid, om te komen tot werkbare akkoorden.

En wat met Vlaanderen?

Voor de toekomst van ons landbouwmodel in Vlaanderen kunnen we daar toch twee belangrijke zaken uit onthouden. Enerzijds moet vastgesteld worden dat breed overleg, waarbij alle sectoren met elkaar aan tafel gaan zitten nog te weinig geïmplementeerd wordt. Anderzijds lijkt het me een mooi doel om voor ogen te houden dat we streven naar meer breed gedragen compromissen die gesteund worden door alle sectoren en waarbij elkaars belangen in den beginne al meer gerespecteerd worden. ‘Samen + werken’ dus, maar ook samen het potentiële positieve saldo voor elke speler in de gaten houden.

foto 1 foto 2 foto 4 foto 5