Nieuwsberichten

Nieuws uit Brussel 01.04.2015

Werkbezoek Vlaamse Visveiling (Zeebrugge)

Vandaag mocht ik, op uitnodiging van staatssecretaris voor Noordzee Bart Tommelein, een bezoek brengen aan de Vlaamse Visveiling in Zeebrugge. Nog voor het ochtendgloren konden we reeds op een warm welkom rekenen van algemeen directeur Johan Van de Steene en gedelegeerd bestuurder Marie-Jeanne Becaus die ons daarop een uitgebreide en zeer leerrijke rondleiding aanboden.

Versheid staat centraal

De temperatuur daalde echter snel toen we de bedrijfsruimte binnenstapten en de Vlaamse Visveiling in volle drukte konden aanschouwen. Een aantal van de in totaal 150 werknemers, verspreid over de vestigingen in Zeebrugge en Oostende, waren hard aan het werk om de verse vis zo snel en optimaal mogelijk aan de klant te bezorgen. Het allerbelangrijkste voor de Vlaamse Visveiling is versheid. Hoe langer een stuk vis onderweg is van zee naar het bord, hoe minder interessant voor iedereen.

Daar ligt trouwens één van de grootste uitdagingen van de Vlaamse Visveiling. Wetende dat er heel wat aan internationale klanten wordt geleverd, gevestigd in onder meer Frankrijk, Nederland, Duitsland, Spanje en Italië en die klanten ook bij concurrenten terecht zouden kunnen, is tijd een zeer belangrijke factor in het verhaal.

Onlineverkoop van 70%

Een dergelijk groot en territoriaal divers cliënteel aanspreken is dus niet evident en daar speelt innovatie dan ook een grote rol in. Zo wordt al sinds 1997 dagverse vis aangeboden via het internet; opmerkelijk vooruitstrevend. Concreet komt het er op neer dat kopers van “thuis uit” mee kunnen bieden op vis. 70% van de aangeboden vis wordt op die manier verkocht. De overige 30% wordt opgekocht door kopers ter plaatse in Zeebrugge. Dat innovatie heden ten dage een belangrijke factor blijft, is binnenkort zelfs letterlijk te aanschouwen: er wordt eind 2015 een nieuwe vismijn gebouwd te Oostende. De toekomst oogt dan ook positief volgens Marie-Jeanne Becaus.

Werk aan de (vis)winkel

Toch staat de Vlaamse visserij nog voor talloze uitdagingen, dat bleek uit het rondetafelgesprek, zoals onder meer het feit dat de vloot toe is aan verjonging. Ook is er sinds 2015 sprake van de ‘aanlandingsplicht’. Concreet komt het er op neer dat er een teruggooiverbod is voor elke vis die gevangen wordt, tenzij die ziek blijkt te zijn of dat er een vangstverbod op is. Die maatregel moet overbevissing van één specifieke soort vis tegengaan. Dat wijkt af van het visserijbeleid van de voorbije 25 jaar; tot nu toe hanteerden de vissers de visserijpraktijk waarbij ongewenst gevangen vissen zo snel mogelijk overboord gezet werd, zodat ze verder kunnen leven of als voedsel kunnen dienen voor andere soorten in het ecosysteem. Ook het feit dat de mari- en aquacultuur op heden nog in hun kinderschoenen staan, zorgt er voor dat er nog werk aan de winkel is. Uiteraard is ook de duurzaamheid van het visbestand een absoluut aandachtspunt, maar de visquota mogen niet het einde betekenen van de economische rentabiliteit van vissersboten.

Cruciale rol voor VLAM

De Vlaamse, verse vis wordt door de aanpak van deze echte professionals bij de Vlaamse Visveiling als het ware in het uitstalraam geplaatst. Niet in het minst de hondshaai, dit jaar door VLAM en de Vlaamse visserijsector verkozen tot vis van het jaar. Hoe dan ook moet blijven ingezet worden op de promotie van visconsumptie in Vlaanderen; daar speelt de VLAM een prominente rol in.

Btw, voor wie het zich zou afvragen, neen ik heb er geen aprilvis gezien 😉

Reportages Focus WTV:
http://www.focus-wtv.be/nieuws/nieuwe-plannen-voor-vismijn-oostende-voorgesteld
http://www.focus-wtv.be/nieuws/optimisme-over-visserijtoekomst-aan-kust

IMG_0134IMG_5894IMG_5914  IMG_5926   IMG_5924  IMG_5940  IMG_5949 IMG_5944IMG_0154IMG_0165