Werkbezoek aan praktijkcentrum Inagro
Tijdens een bezoek aan de Land- en Tuinbouwbeurs in Roeselare werd ik door Mia Demeulemeester, afgevaardigd bestuurder van Inagro, uitgenodigd om het praktijkcentrum in Beitem (Roeselare) te bezichtigen. Deze ochtend was ik te gast bij Inagro en kon ik de indrukwekkende site in al haar bedrijvigheid aanschouwen. Dat Inagro, en praktijkcentra in het algemeen, een belangrijke rol spelen in de Vlaamse land- en tuinbouw zag ik vandaag nogmaals bevestigd.
Continue expansie
In 1956 kwam de voorloper van Inagro, het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Nijverheidsteelten, tot stand. Dat centrum werd opgericht om de vlassector te ondersteunen, die toen in volle crisis was.
Het bleef daar echter niet bij. Ook andere sectoren konden de kennis van een praktijkcentrum gebruiken. Zo werden bijvoorbeeld een champignonproefbedrijf en een fruitproeftuin opgericht. Die uitbreidingen hadden als gevolg dat de naam in 1973 veranderde in Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw.
De volgende uitbouw vond plaats in 2011, toen acht vzw’s samengevoegd werden tot een EVA (Extern Verzelfstandigd Agentschap), met de oprichting van het huidige Inagro tot gevolg. Op vandaag werken een 180-tal werknemers voor Inagro.
Praktijkrelevantie staat centraal
De werkzaamheden van Inagro kunnen grotendeels opgedeeld worden in twee delen. Enerzijds wordt onderzoek verricht naar nieuwe teelten en nieuwe technieken. Daartoe heeft Inagro 13 hectare proefvelden ter beschikking voor gangbare teelt en 12 hectare voor biologische teelt. Daarnaast wordt ook bijzonder veel onderzoek gedaan naar rassen, gewasbescherming en bemesting.
Anderzijds speelt Inagro een adviserende rol en heeft ze de implementatie van haar kennis in land- en tuinbouw als finaliteit. Dat kan geïllustreerd worden aan de hand van de bouw van een nieuwe dakserre op de site Vuylsteke, eigendom van de REO Veiling. Via die nieuwe serre zullen innovatieve mogelijkheden kunnen aangetoond worden. Echter, ook de oude serre in Beithem wordt behouden aangezien die representatief blijft voor een groot deel van de (West-)Vlaamse tuinbouwers. Met andere woorden, Inagro houdt rekening met de realiteit, eerder dan het theoretische te laten overheersen.
Cruciale schakel voor de land- en tuinbouw
Tot slot wens ik toch nog eens het belang van praktijkcentra, zoals Inagro, te onderstrepen. De VLIF-steun die ze krijgen is in mijn ogen terecht, gezien ze voor land- en tuinbouwers een belangrijke schakel vormen in de concrete implementatie van theoretische kennis met betrekking tot land- en tuinbouw. De kritiek van sommige partijen dat de VLIF-steun beter rechtstreeks naar de land- en tuinbouwers zou gaan is volgens mij dan ook weerlegd door het algemene belang dat praktijkcentra zoals Inagro dienen en het feit dat alle middelen onrechtstreeks naar de land- en tuinbouwers stromen.
Meer info: www.inagro.be