Nieuwsberichten

Met de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid ging het afgelopen woensdag en donderdag richting de kust voor een tweedaags werkbezoek rond het thema Visserij en Aquacultuur. Starten deden we nog net in Oost-Vlaanderen bij Aqua4C, een uniek aquacultuurproject met omegabaars. Ook een bezoek aan Inagro, de Rederscentrale, het Puris-garnalenproject van Brevisco en het ILVO stonden op de planning. Hoe dan ook, veel stof voor parlementaire initiatieven het komende jaar.

Zaakvoerder Stijn Van Hoestenberghe van Acqua4C ging speciaal in Australië op zoek naar een geknipte zoetwatervis voor zijn project dat ecologisch volledig geïntegreerd is. Het hoofddoel van Acqua4C is uiteraard omegabaars voor consumptie kweken (200 ton/jaar), maar bij acquacultuur is dat in gigantische bassins aan land. Daarbij moet de omgevingstemperatuur (niet alleen het water) ook perfect zijn (35°) voor de vis om in te kunnen overleven. Het project is eveneens heer innoverend want al het afvalwater wordt gebruikt in de glastuinbouw.

Nadien ging het richting Inagro. Het proefcentrum dat verschillende projecten heeft lopen, waaronder ook een aquacultuurproject met snoekbaars. Daarover kregen we tekst en uitleg van Stefan Teerlinck. Maar eerst werden we verwelkomd mét West-Vlaamse schuimwijn en een inleidend woordje door de West-Vlaamse gedeputeerde voor Landbouw en visserij, die tevens Inagro-voorzitter is. Tijdens de lunch, die werd verzorgd door een West-Vlaamse zorgboerderij, gaf afgevaardigd bestuurder Mia Demeulemeester een overzicht van de werking en projecten van Inagro.

De laatste halte van dag één was in Zeebrugge, waar een gesprek volgde met de Rederscentrale. Na een inleidend woord van voorzitter Urbain Wintein deed directeur Broeckaert de uitdagingen en problemen, waarmee Vlaamse reders worden geconfronteerd, uit de doeken. Nadien volgde ook nog een gedachtewisseling met de commissieleden. De avond afsluiten deden we in het Oostendse restaurant Mathilde met een menu à l’Ostendaise, speciaal samengesteld met lokale vissoorten. Dat bleek een zeer toepasselijke afsluiter voor een drukke maar zeer interessante dag.

De tweede dag startten we bij Brevisco dat het voor Vlaanderen unieke Puris-garnalenproject heeft ontwikkeld. De Puris-garnalen zijn inmiddels erkend als een streekproduct. Na veel zoeken is zaakvoerder Versluys erin geslaagd om de Vlaamse garnalen zonder bewaarmiddelen een houdbaarheid van tien dagen te geven. Er ontbreekt enkel nog een goed marketingplan, want de Puris-garnalen zijn op heden enkel verkrijgbaar in Oostende en in een aantal Carrefourfilialen zijn. De commissie kreeg een rondleiding in het kook- en pelcentrum, waar we onder meer zagen hoe de garnalen werden gepeld door een unieke machine. Dat Versluys een ondernemer in hart en nieren is, bleek uit zijn ambitie om ook nog een mosselproject uit te werken, al zou dat naar eigen zeggen wel zijn laatste project worden.

De tweedaagse ‘Vlaamse visserij’ afsluiten deden we in de gebouwen van ILVO Oostende waar we een onderhoud hadden met de leden van de Technische Werkgroep Visserij van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij. Meteen ging het weer over beleidskwesties en konden we over onze praktijkervaringen van eerder die dag en daags voordien terugkoppelen.

Slotsom: een zeer geslaagd werkbezoek in een sector die het moeilijk heeft of, in het geval van de aquacultuur nog in zijn kinderschoenen staat. Wij hebben ons alvast geëngageerd om de sector niet los te laten en wat mij persoonlijk betreft zitten alvast een pak parlementaire initiatieven in de pijplijn! Bedankt aan allen die ons hebben willen ontvangen.