Nieuwsberichten

Nieuws uit Brussel 22.12.2016

De landbouw, een sector met toekomst!

In de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement vond gisterenavond de bespreking plaats van de begroting en de beleidsbrief landbouw, visserij en plattelandsontwikkeling voor het jaar 2017. Met mijn tussenkomst wou ik andermaal het belang onderstrepen van een gezonde Vlaamse land- en tuinbouwsector.

Hieronder kan u de uitgebreide versie van mijn tussenkomst nalezen; daaronder kan u het debat herbekijken.

—————————————————————————————————————————————————————————————

Mijnheer de voorzitter, Mevrouw de minister, collega’s,

In tegenstelling tot wat men vaak beweert is de land- en tuinbouw wel een sector met een toekomst.

De cijfers spreken voor zich: met een omzet van 39 miljard euro in 2015 (waarvan 19 miljard export) en 62.000 jobs is de voedingsindustrie de belangrijkste sector in onze economie. Tel daar een kleine 24.000 land- en tuinbouwbedrijven bij, gelijk aan een 60.000-tal arbeidskrachten, en je weet dat we het niet hebben over een sector die in palliatieve zorg zit, maar integendeel één van de speerpunten voor onze economische ontwikkeling. Sterker nog: zonder voeding was de tewerkstelling in de industrie niet toegenomen, maar juist afgenomen.

Echter geen enkele sector werd zoveel en zo snel op elkaar geconfronteerd met hervormingen als de land- en tuinbouwsector. Daarom benadruk ik het belang van een breed maatschappelijk debat naar aanleiding van de GLB-hervorming na 2020. Boeren moeten hun investeringen kunnen spreiden over langere termijnen. Een stabiel regelgevend kader vanuit de overheid is daarom van cruciaal belang.

Vanuit de meerderheid hebben we dan ook een resolutie over schaalverandering in de land- en tuinbouw gestemd. Ik zie die resolutie, met als baseline ‘maatwerk en aangepaste business modellen’, als een goede basis voor een toekomstvisie op onze land- en tuinbouw in Vlaanderen.

De centrale boodschap van mijn pleidooi is duidelijk: laten we alles in het werk stellen om de toekomst van de Vlaamse land- en tuinbouw veilig te stellen. Niet ten koste van alles, maar rekening houdend met enerzijds maatschappelijke verwachtingen als duurzaamheid, vergroening en taakverbreding en de rechtmatige eisen vanuit landbouwmiddens anderzijds. Zoals het voorzien van voldoende landbouwareaal, het bieden van rechtszekerheid, het verzekeren van de risico’s en het streven naar een rechtvaardige vergoeding voor land- en tuinbouwproducten.

Mevrouw de minister,

‘Flanders food valley’ is het centrale concept in uw beleidsbrief. Terecht, want het is een troef van onze regio in ons land, waar we niet te bescheiden over mogen zijn op internationaal niveau. ‘Small country, great food’ is de zeer terechte slogan van Food.be. Ik zou daar ook ‘Small country, safe food’ willen aan toevoegen. Wij produceren het veiligste voedsel ter wereld, al moeten we er voor onszelf wel de antibioticaproblematiek als werkpunt aan toevoegen.

Onze boeren verdienen een volwaardige plaats in het ketenoverleg, dat er op zijn beurt voor moet zorgen dat ze eerlijke prijzen krijgen voor hun producten. Samenwerking, tussen landbouwbedrijven onderling én met de verwante sectoren uit de keten, is een noodzaak voor wie zich staande wil houden in een globaliserende markt. Als liberaal blijf ik uiteraard achter het vrije markt principe staan. Echter, moet die vrije markt wel eerlijk blijven. Oneerlijk handelspraktijken moeten we dus bannen.

Op bedrijfsniveau zullen we blijven pleiten voor rechtszekerheid. Het bevorderen van de vervennootschappelijking en administratieve vereenvoudiging, maar ook digitalisering kan hiertoe bijdragen.

Ik wil van de gelegenheid nog even expliciet gebruik maken om de minister op te roepen om snel werk te maken van de openstelling van de KMO-portefeuille voor boeren.

Hetzelfde geldt voor onze visserij, die met grote uitdagingen zitten in het kader van de aanlandingsplicht. Selectiever vissen wordt de boodschap. Tegelijk moeten we projecten binnen de aquacultuur blijven stimuleren. Vorige week hadden we het hier in de plenaire over de nieuw vastgelegde visquota. Zoals enkele leden van de oppositie toen stelden, wordt afgeweken van het wetenschappelijk advies inzake visquota. Maar we mogen niet vergeten dat onze visserijsector reeds heel wat inspanningen doet op vlak van duurzame visserij en ondertussen ook één van de betere leerlingen in Europa is geworden op dat vlak.

Mevrouw de minister, Vlaanderen heeft geen behoefte aan minder, maar aan méér landbouw. Niet alleen de buitengebieden, maar ook de stad moet mee in het bad getrokken worden. Stadslandbouw zal hierin een sleutelrol vervullen.

Ten gevolge van de klimaatverandering merken we jaarlijks allerhande calamiteiten die grote schade aan onze land- en tuinbouw berokkenen. Het verzekeren tegen risico’s is meer dan ooit noodzakelijk. We zijn tevreden dat er vanaf volgend jaar werk wordt gemaakt van een weersverzekering waarvan de polis met Europees geld uit pijler 2 deels wordt gesubsidieerd.

Echter kon ik mijn ontgoocheling niet onder stoelen of banken steken toen ik vernam dat de Vlaamse verzekeringen niet staan te springen om dit soort polissen aan te bieden. Ik weet dat daarvoor een aantal rationele argumenten te bedenken zijn, maar er bestaat ook zoiets als een maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen. Als boeren verplicht worden om die op te nemen, geldt dat eveneens voor de verzekeringssector. Mevrouw de minister, blijft u er dan ook bij die terughoudende verzekeringssectoren op aandringen om alsnog over de brug te komen.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s,

In 2050 spreken we over een Vlaanderen met 1 miljoen extra inwoners, met hopelijk nieuwe technologie, met hoogstwaarschijnlijk strengere klimaatdoelstellingen maar bovenal, met hopelijk nieuwe boeren. In de commissie heb ik u, mevrouw de minister, vaak geprezen voor uw evenwichtige beleidsbrief. Vandaag herhaal ik die boodschap graag. En ik hoop dat ik dat eind 2017 opnieuw mag doen. Ik wil de minister verzoeken om daarom volgend jaar niet alleen met het oog op het nieuwe GLB na 2020 oog te hebben voor onze land- en tuinbouw, maar ook om zelfs nog verder te kijken… richting 2050. Mevrouw de minister, we rekenen erop dat u op Europees niveau een leidende rol zal spelen en zo de belangen van het Vlaamse landbouwmodel blijft verdedigen en daarvoor steun zoekt bij andere Europese lidstaten met een gelijkaardig landbouwmodel. Kortom: een model met toekomst.

Mevrouw de minister. Laat ons een tandem vormen en samen rijden voor de toekomst van ons land en tuinbouwers. Een toekomst die ons allen aanbelangt.