Nieuwsberichten

Nieuws uit Brussel 27.01.2017

EPB huisvesting seizoenarbeiders onder de loep

Seizoenarbeiders die gehuisvest worden bij hun werkgever; de sector maakt er graag gebruik van om logement betaalbaar te houden. Echter, sinds 1 januari 2015 geldt de EPB-normering ook voor zij die seizoenarbeiders huisvesting aanbieden in bijvoorbeeld omgebouwde loodsen. Door onduidelijkheid in de wetgeving voor 2015 beantwoorden heel wat van die wooneenheden niet aan de hedendaagse energienormen en kijken aan tegen torenhoge renovatiekosten. Woensdag erkende de Minister van Energie, Bart Tommelein (Open Vld), het probleem en beloofde hij om het in de nabije toekomst grondig te onderzoeken.

In het hoogseizoen doen heel wat Vlaamse land- en tuinbouwers beroep op extra krachten. Vaak zijn daarbij seizoenarbeiders nodig die niet afkomstig zijn uit de streek en dus ook huisvesting nodig hebben. Tal van land- en tuinbouwers – in Staden alleen al zijn dat er 60 – hebben daarbij in de voorbije decennia verbouwingswerken uitgevoerd in gebouwen die ze reeds bezitten. Zo bouwden heel wat onder hen (een deel van) een bestaande loods om tot een aangename studio voor hun gasten.

Energieprestatieregelgeving

Sinds 2006 is elk (ver)bouwproject EPB-plichtig. EPB staat voor ‘Energieprestatie en Binnenklimaat’. Concreet komt het er op neer dat de Vlaamse Overheid wil dat bij elk bouw- of renovatieproject rekening wordt gehouden met (toekomstig) energieverbruik van die wooneenheden.

Sinds 1 januari 2015 vallen ook de landbouwgebouwen die omgevormd worden tot tijdelijke verblijfplaatsen van seizoenarbeiders daar onder. Dat geldt zowel voor nieuwbouw- als renovatieprojecten. Tot voor die datum was er geen duidelijk wetgevend kader waar lokale besturen op konden terugvallen om de eigenaars te adviseren of om vergunningen af te leveren. Vaak werd de wooncodex als basis genomen, maar daar stonden bijvoorbeeld geen EPB-normeringen in voor verbouwingen in het kader van huisvesting voor seizoenarbeiders. Kortweg: men deed maar wat in de veronderstelling dat men goed bezig was.

Dreigende financiële klap

Heel wat land- en tuinbouwers zijn – nu er wel een duidelijk wettelijk kader is – vragende partij om hun dossier te regulariseren. In andere gevallen wordt hen dat verzocht door de lokale besturen. Wanneer eigenaars die procedure opstarten, wordt daarbij ook automatisch een EPB-dossier opgestart. Daardoor is ook het VEA (Vlaams Energieagentschap) op de hoogte van die wooneenheden en is het mogelijk dat zij in de nabije toekomst effectief controles uitvoeren ter plaatse. Voor heel wat van die in het verleden gedane renovaties is het onmogelijk om op vandaag nog bijkomende inspanningen te doen om aan de hedendaagse energienormen te voldoen.

Een praktisch voorbeeld:

Landbouwer X integreerde in 2009 een wooneenheid voor twee seizoenarbeiders in een bestaande loods. Alles is aanwezig: twee aparte kamers, een douche, een aparte wc, een eigen keukentje etc. Alles mooi afgescheiden door muren. Wanneer landbouwer X de wooneenheid wil regulariseren wordt automatisch een EPB-dossier opgestart met de daaraan gekoppelde verwachtingen inzake energienormen. Van landbouwer X wordt dus verwacht om dat alles (bijkomend) te gaan isoleren terwijl daar vaak de fysieke ruimte niet voor is zonder afbreuk te doen aan de reeds uitgevoerde werken.

Hoe dan ook, de eigenaars moeten weeral in de buidel tasten terwijl het al enige tijd minder goed gaat in de sector. Zowel de land- en tuinbouwsector als ikzelf zijn vragende partij om op Vlaams niveau een regeling uit te werken die deze eigenaars wat meer ontziet. Centrale vraag daarbij is: moet een wooneenheid die praktisch enkel in de zomer gebruikt en die zelden verwarmd wordt, effectief aan die strenge EPB-normen voldoen?

Minister Tommelein erkent probleem

Vorig jaar kaartte ik het probleem al aan bij toenmalig Minister van Energie Annemie Turtelboom. Na haar aftreden deed ik hetzelfde meerdere keren bij haar opvolger Bart Tommelein. Afgelopen woensdag kwam het topic weer aan bod in de commissie energie van het Vlaams Parlement. De minister erkende het probleem en zei dat het om een “terechte bekommernis” gaat. Hij beloofde dat zijn kabinet het probleem grondig zal onderzoeken.

In de zeer nabije toekomst zullen het ABS en de Boerenbond dan ook uitgenodigd worden op het kabinet om dit probleem te bespreken; ook parlementsleden uit de commissie landbouw zullen betrokken worden. Wel waarschuwde de minister nog voor de juridisch-technische beperkingen aangezien verschillende Europese richtlijnen en verordeningen weinig manoeuvreerruimte laten inzake energienormen.